Door: Lodewijk de Mol van Otterloo
Voorzitter één land één samenleving
Naar aanleiding van ons Leer Je Landgenoten Kennen diner in Amsterdam sprak ik gisteren af met Adel in het Stedelijk Museum van Amsterdam om samen de tentoonstelling daar “Ik ben een geboren buitenlander” te bezoeken. Adel, een jurist van 27 jaar, kwam hiervoor een uur met het openbaar vervoer gereisd. Hij woont na zijn vlucht uit Syrië sinds twee jaar in Nederland.
Ook het gezin van mijn mede bestuurslid Al M’Charek en mijn vrouw Esther gingen mee naar deze tentoonstelling die de invloed laat zien van migratie op kunstenaars.
Samen maakten we iets heel bijzonders mee. Al M’Charek zag een foto hangen van een vrouw die ‘bijna eng veel’ op zijn moeder leek. De foto was onderdeel van een reeks, gemaakt in de jaren 70, over vrouwen van gastarbeiders. Aangestoken door het onderwerp begon Al te vertellen over zijn achtergrond, zijn vader die als gastarbeider uit Tunesië naar Nederland kwam, en hun eerste huis in Haarlem. Een mooi gesprek, en helemaal in het thema van de dag. Toen we even later samen nog eens de bijschriften bij de foto bestudeerden, bleek dat de vrouw op de foto niet alleen heel veel leek op zijn moeder, het was zijn moeder! Zijn moeder en zijn (inmiddels overleden) zusje! Deze toevalligheid maakte niet alleen diepe indruk op het gezin van Al, maar op ons alle 6. Wat een ongelooflijke ervaring!
Na koffie, bonbons, en taart hebben Adel en ik nog de tentoonstelling “Stedelijk Base” bekeken: een perfect Instagram achtig overzicht van de permanente collectie. Eén van de hoogtepunten vonden we het droevig schilderij van Charley Toorop van een arbeidsvrouw uit 1943. We concludeerden dat kunst de kracht heeft ieder mens emotioneel te raken en dus universeel te verbinden. En dat gold eigenlijk voor dit uitje in zijn geheel.