boekentips

 

‘Eigentijds idealisme, een afrekening met het cynisme in Nederland’ van Gabriël van den Brink

Cynische politici en media miskennen het bestaande idealisme. In Eigentijds idealisme: een afrekening met het cynisme in Nederland laat Gabriël van den Brink zien hoe gewone Nederlanders met het hogere omgaan.

Nederlanders worden steeds platter en egoïstischer – wordt vaak gezegd. Eigentijds idealisme laat zien dat veel mensen toch hoge idealen nastreven. Ze vinden spirituele motieven, geestelijke waarden en morele beginselen nog altijd belangrijk. Vanuit een cynisch mensbeeld miskennen politici en media het bestaande idealisme.

Dit boek toont aan dat Nederlanders in het vormgeven aan hun geestelijk engagement vooroplopen. Een reeks portretten laat zien hoe gewone Nederlanders met het hogere omspringen. Gabriël van den Brink verwerpt in Eigentijds idealisme de theorie dat modernisering van de samenleving onvermijdelijk leidt tot een vorm van secularisatie en pleit voor het opnieuw uitvinden van de civil society. Daarmee sluit hij aan bij een internationaal pleidooi.

Eigentijds idealisme is de publiekseditie van een grootschalig wetenschappelijk onderzoek De Lage Landen en het hogere: de betekenis van geestelijke beginselen in het moderne bestaan, dat in januari 2012 is verschenen.

 

Winnaars en verliezersvan Leo Lucassen en Jan Lucassen

Sinds de jaren negentig zijn migratie en integratie niet meer weg te denken uit het publieke debat. De politieke polarisatie tussen voor- en tegenstanders van immigratie en multiculturaliteit is zelfs zo hoog opgelopen dat er vervaarlijke scheuren in de samenleving zichtbaar worden. In dit debat lijken meningen belangrijker dan feiten en worden historische parallellen te pas en te onpas ingezet om de toekomst te voorspellen. Nuchterheid en kennis worden node gemist als we de balans willen opmaken wat immigranten de Nederlandse samenleving hebben gebracht.
In Winnaars en verliezers gaan Leo en Jan Lucassen systematisch na hoe de immigratie in verschillende periodes moet worden verklaard en wat de effecten ervan zijn op de korte en de lange termijn. Zij doen dit aan de hand van de begrippen winsten verlies, zowel ‘berekend’ voor de migranten zelf als voor de ontvangende samenleving. Op die manier ontstaat een evenwichtiger oordeel over de betekenis van immigratie voor de Nederlandse samenleving in heden en verleden.

 

[title-raw]Komen en gaan: immigratie en emigratie in Nederland vanaf 1550 van Herman Obdeijn & Marlou Schrover

Vier eeuwen immigratie en emigratie naar en vanuit Nederland. Niet alleen heeft Nederland al eeuwenlang migranten ontvangen, er zijn al even lang Nederlanders naar elders gemigreerd. Zijn de hedendaagse migranten te vergelijken met die uit het verleden? Wat zijn de overeenkomsten tussen emigranten en immigranten? In Komen en gaan zal antwoord gegeven worden op de vragen die rijzen wanneer we over het migratievraagstuk nadenken.

De geschiedenis laat zien dat het na drie generaties meestal goed komt met de migranten en hun nakomelingen. Beleidsmakers en deelnemers aan het publieke debat over migratie en integratie hebben aan deze constatering in hun beleidsplannen weinig. Bij hen overheerst het democratische ongeduld.
De uitkomst van het boek is echter juist dat de overheid een belangrijke rol kan spelen bij de integratie van migranten. Door het voortdurend in het beleid benadrukken van het ‘anders zijn’ van migranten wordt integratie eerder vertraagd dan versneld. Een overzicht van vier eeuwen immigratie en emigratie laat zien welke factoren bijdroegen aan een succesvolle integratie.

 

Martha Nussbaum: Niet voor de winst

In het onderwijs heeft zich in de laatste decennia een stille crisis voorgedaan. Lang werd onderwijs gezien als de plek waar leerlingen kritisch leren denken en gevormd worden tot ontwikkelde en begripvolle burgers. Maar sinds we economische groei boven alles plaatsen, is ook het onderwijs erop gericht economisch nuttige en productieve leerlingen af te leveren.

 

Recensie

De morele, complete mens sluit zich onbewust in om ruimte te maken voor de commerciele mens. In zeven hoofdstukken houdt de Amerikaanse hoogleraar een vurig pleidooi voor socratisch onderwijs, voor een opvoeding tot kritisch, goed geinformeerd, onafhankelijk en empathisch, democratisch burgerschap. Dat levert ook economisch voordelen op. Omgang met ‘liberal arts’ is noodzakelijk. Overal worden de kunsten, de niet-exacte vakken en de geesteswetenschappen wegbezuinigd. De filosoof Rabindranath Tagore in India en John Dewey in Amerika zijn door hun socratische dialogen lichtende voorbeelden. Maar ook tal van experimenten en onderwijshervormers komen aan de orde met voorbeelden en toepassingen. Geen concrete lesmethoden, maar een pleidooi voor een algehele mentaliteitsverandering. Leerlingen dienen te worden uitgedaagd tot competente, kritische burgers in een complexe wereld. De praktische voorbeelden van scholen over de hele wereld maken haar bedoelingen duidelijk. Dit geinspireerde, overtuigende betoog verdient een plaats op iedere studeerkamer van leraar en onderwijsbestuurder.

Dr. Theo Hoogbergen