Prof.dr. em. Wasif Shadid is methodoloog en emeritus hoogleraar Interculturele Communicatie. Sinds zijn afstuderen in 1979 als Cultureel Antropoloog in Leiden, is hij tot aan zijn emeritaat in oktober 2009 verbonden geweest aan de Universiteit Leiden bij het departement Culturele Antropologie. Vanaf 1994 heeft hij deze aanstelling gecombineerd met een benoeming tot bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg. Aan beide universiteiten heeft hij onderzoek en onderwijs verzorgd in de methoden en technieken van onderzoek en interculturele communicatie. Vele van zijn publicaties op dit terrein kunnen worden gedownload via zijn website. Aparte vermelding verdient zijn boek ‘Grondslagen van interculturele communicatie: studieveld en werkterrein’. Kluwer, Amsterdam 2007, 364 pp.
Interculturele communicatie: hoe hangt de vlag erbij in Nederland?
In de praktijk van alle dag wordt de communicatie tussen autochtonen en allochtonen vooral gekenmerkt door beeldvorming, generalisaties en culturalisering.
Bij generaliseren wordt het negatieve gedrag van een allochtoon vaak toegeschreven aan de hele groep waartoe hij behoort of waartoe hij in de beeldvorming wordt gerekend. Hoewel de opvatting ‘de Marokkaan’ bestaat net zo min als ‘de Nederlander’ gemeengoed is geworden, neemt het wederzijds generaliseren de laatste jaren toch toe.
Men spreekt dan ook met veel gemak van moslims, Marokkanen en Nederlanders alsof deze groepen geen diversiteit kennen en alsof hun leden eenzelfde cultuur delen en eenzelfde wereldbeeld hebben. Niets is minder waar.
Verder wordt cultuur in de communicatie tussen autochtonen en allochtonen maar al te snel, en vaak ten onrechte gezien als de enige bepalende factor voor het gedrag van het individu. Op deze manier worden zowel miscommunicatie in de ontmoeting als het afwijkend gedrag van het individu meer dan nodig geculturaliseerd, met alle gevolgen van dien. Het behoeft geen betoog dat communicatie die begint met wederzijdse negatieve beeldvorming en generalisaties tot niets anders kan leiden dan tot miscommunicatie en tot een Babylonische spraakverwarring.
Wat kan/moet de politiek doen om de sociale cohesie te verbeteren, vindt u?
De focus van het overheidsbeleid met betrekking tot de multiculturele samenleving is de laatste jaren in toenemende mate verschoven van aandacht voor de sociaaleconomische integratie van allochtonen naar aandacht voor aanpassing aan en assimilatie in de Nederlandse ‘joods-christelijke’ cultuur. Deze verschuiving heeft in het latere inburgeringsbeleid geleid tot het reduceren van het nagestreefde multicultureel burgerschap tot overwegend aanpassing aan de Nederlandse samenleving. Tegelijkertijd werd, en wordt helaas nog steeds, het pleiten voor verbetering van de sociaaleconomische en of culturele positie van allochtonen in het maatschappelijk debat weggezet als verwerpelijke politieke correctheid. De schuld voor de achterstand waarin een groot deel van de allochtonen verkeert, wordt op deze manier alleen bij henzelf gezocht terwijl de politiek, het beleid en maatschappelijke instellingen hier vrijuit gaan.
Aan de hierboven genoemde verschuiving van het beleid ligt zowel het ontbreken van een gedurfde toekomstvisie op de multiculturele samenleving als een onderschatting van het nut van culturele diversiteit ten grondslag. Als gevolg hiervan gaan allochtone groepen in Nederland de laatste decennia gebukt onder de gevolgen van stigmatisering, achterstelling en afwijzing.
In een immigratiesamenleving zou de overheid alleen al ter wille van de sociale cohesie van en harmonie tussen de diverse sociaaleconomische en culturele groepen in de samenleving een helder inclusiebeleid centraal moeten stellen. Zo’n beleid zou gericht moeten zijn op het realiseren van multicultureel burgerschap, hetgeen impliceert het bevorderen van gelijkheid, toebehoren en exclusiviteit van alle groepen. Concreet betekent dit bestrijding van de hierboven genoemde achterstanden en bevordering van maatschappelijke acceptatie. n het huidige politieke en maatschappelijke discours worden allochtone groepen echter nog steeds beschouwd als vreemde eilanden in de samenleving. Terwijl zijzelf, en hun jongeren in het bijzonder, eerder als gewone Nederlanders door het leven willen gaan in plaats van als Marokkaanse, Turkse of Surinaamse Nederlanders.
De missie van de stichting is het verbinden van burgers met verschillende achtergronden. U heeft zich eerst als bestuurder en vervolgens als pleitbezorger verbonden aan de stichting. Waarom vindt u deze missie zo belangrijk?
De oprichting van de stichting Eén land één samenleving is een van de beste initiatieven die in de afgelopen decennia zijn genomen. Activiteiten ondernemen om sociale cohesie te bereiken en culturele diversiteit als aanwinst voor de samenleving te beschouwen in plaats van als een probleem past naadloos in de opvatting dat culturele diversiteit net zo belangrijk en verrijkend is voor een samenleving als biodiversiteit voor de natuur.
Verder geeft het streven naar één land en één samenleving, zoals de naam van de stichting aangeeft, een signaal naar de overheid en beleidmakers om maatregelen te treffen om het etnische wij-zij-denken in officiële stukken en in het publieke discours uit te bannen. Het vervangen van de term allochtonen door middel van de zinsnede ‘personen met een migratieachtergrond’ zoals de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en het Centraal Bureau voor de Statistiek hebben voorgesteld, continueert juist de tweedeling en draagt weinig bij aan het broodnodige inclusiebeleid. Hoewel beide instanties twijfelen aan het nut van de nieuwe terminologie, is hun initiatief toch indicatief voor de intrinsiek aanwezige drang voor het handhaven van een etnisch-culturele tweedeling in de samenleving. Om dit tegen te gaan zou de stichting Eén land één samenleving haar huidige invalshoek moeten continueren en blijven koersen op het realiseren van eenheid in verscheidenheid.
Ten slotte straalt de missie van de stichting de erkenning van het toebehoren van alle groepen tot één en dezelfde samenleving uit. Dat kan allochtonen het gevoel geven dat ze erbij horen als normale burgers, terwijl het huidige maatschappelijke klimaat hen voortdurend in de verdediging dwingt. Zij moeten continu laten zien dat zij wel geïntegreerd zijn; steeds afstand nemen van iedere terroristische actie, wat impliceert dat dat bij hen niet vanzelfsprekend is. Verder moeten zij zich voortdurend verantwoorden voor de achterstand waarin ze verkeren ondanks het feit dat meerdere onderzoeken laten zien dat deze achterstand grotendeels veroorzaakt wordt door beeldvorming en discriminatie.
Dan als afsluiter: is er iemand die u ziet als een topverbinder, die in het verleden of heden mensen met een andere achtergrond bij elkaar brengt?
Eerlijk gezegd is het niet zo eenvoudig om in deze tijd iemand als ‘verbinder of topverbinder’ te kwalificeren. Wel is het gemakkelijker om aan te geven wie in ieder geval deze eretitel kan verdienen. Een ‘verbinder’ is zeker niet iemand die bepaalde bevolkingsgroepen apart zet en ten aanzien van hen termen gebruikt als ‘oprotten’ en ‘oppleuren’. Ja, zelfs als in dit geval wordt verwezen naar Nederlandse allochtone criminelen. Dergelijke termen stralen niet alleen ontkenning van hun toebehoren tot de samenleving uit, maar hebben ook veel weg van de Australische strafkoloniepraktijken van Groot Brittannië in de 18de eeuw.
Toch wil ik hier een poging wagen om de kenmerken (de tien geboden) van een verbinder te duiden. Een verbinder is onder meer iemand die niet generaliseert en stigmatiseert; niet in termen van wij en zij denkt en handelt; zijn cultuur niet hoger stelt dan die van anderen; die culturele verscheidenheid waardeert; bereid is (culturele) ruimte te creëren om anderen gelegenheid te geven zichzelf te kunnen zijn; bewust is van de eigen vooroordelen; bereid is de samenleving via de bril van de ander te bezien; bereid is van anderen te leren; beschikt over empathische vermogens en tenslotte accepteert het bevorderen van gelijkheid en emancipatie van zwakkeren in de samenleving als waarde. Gewone burgers en of instanties die volledig aan zo’n profiel voldoen ken ik helaas (nog) niet. Wel zijn er vele personen en instanties die één of meer van deze karakteristieken bezitten en die zich voortdurend inzetten om een bijdrage te leveren aan het bereiken van de gewenste sociale cohesie in de samenleving.