Ik ben bang dat ik straks woon in een land waarin ik niet wil wonen. In een land dat fundamenteel veranderd is door een dynamiek van op elkaar inwerkende krachten, losgemaakt door politici, media en mensenmassa’s en resulterend in een gebrek aan de meest basale vorm van moreel besef. In een land waaraan niemand schuldig is maar waarvan iedereen zich afvraagt hoe het in Gods of in Allahs naam zover heeft kunnen komen.
Ik wil wonen in een land waarin niet de behoefte wordt gevoeld het recht op belediging te verdedigen. Want het recht op belediging is een belachelijk recht om voor op te willen komen, om voor te willen vechten. Je kunt, buiten jouw schuld om, iemand beledigen. Per ongeluk. Je kunt, buiten jouw schuld om, iemand aanrijden. Per ongeluk. Je had voorrang. Maar beroep je niet op het recht iemand aan te mogen rijden. Belediging maakt iets kapot in mensen. Ik wil wonen in een land waarin mensen voorzichtig zijn met elkaar.
Ik wil wonen in een land van christenen, moslims, boeddhisten, hindoes, atheïsten, agnosten, homoseksuelen, heteroseksuelen, polygamisten, schrijvers, kunstenaars en loodgieters. In een land waarin men begrip voor elkaar opbrengt, ook al begrijpt men elkaar niet. Een land dat haar traditie van tolerantie eer aan doet. En dan wel volgens de onvolprezen tolerantiedefinitie van Kees Schuyt; het onderdrukken van de neiging de ander te onderdrukken. Ik wil wonen in een land dat zoekt naar de juiste vertaling van gedogen en niet naar die van zero tolerance, laat staan naar die van Befehl ist Befehl.
Ik wil wonen in een land zonder maximale spreektijd, maar met een minimum aan luistertijd. Een land waarin politici en interviewers niet met hun interruptiemicrofoons vergroeid zijn geraakt. Waar getracht wordt gebruik te maken van andermans kracht in plaats van misbruik van andermans zwakte. In een land waarin hardop kan worden nagedacht. Ik wil wonen in een land waarin politici beschaving vieren, zoals verwoord door Ilja Leonard Pfeijffer: dat ze spreken met zachte stem omdat ze bang zijn niet te horen wat de ander te zeggen heeft.
Ik wil wonen in een land waarin kinderen in vrijheid leren denken en dansen. Waarin hun voorbeelden geweldloos en inspirerend zijn. Waarin staatsbemoeienis zover gaat als nodig om te voorkomen dat hun wereldbeeld wordt gekleurd door messtekers, potenrammers, fraudeurs en leugenaars. Ik ben bang voor een land waar xenofobie en tweespalt zaaien sluipenderwijs salonfähig worden omdat partijen zich al polderend, macht- en consensuszoekend laten verleiden tot de uitruil van doelen voor doelwitten. Ik wil wonen in een land waarin onze kinderen geleerd wordt anderen nooit als minderwaardig te behandelen, omdat ze zelf ook nooit als zodanig zijn behandeld en zullen worden behandeld.
Ik wil wonen in een land waarin woorden als deze, niet worden afgeserveerd als nietszeggend omdat ze de harde concreetheid van kopvoddentaks ontberen. Ik wil Simon Vinkenoogs bemoedigende “Ja! Ja! Ja! Driewerf Ja!” horen schallen over straten en pleinen. In plaats van het altijd hardere en vierkante nee. Ik wil wonen in een land waarin men bidt voor elkaar, bij Allah, bij God of bij weet ik wat. Wonen in een land waar de zachte krachten winnen. Want wat is vooruitgang, ontwikkeling of beschaving anders? Laat ons weigeren te wonen in een land in verval.
Bram de Ridder
(Bram de Ridder is socioloog en student geneeskunde)
Anette
24 januari 2014 @ 18:18
Mooi verwoord, hoopgevend. Ik hoop dat de meerderheid van ons ongeveer zo erover denkt – en altijd zo erover blijft denken.
aline
3 januari 2014 @ 18:26
zeer inspirerend stuk en vat precies mijn ideeen over de samenleving.
hangt ingelijst bij mij thuis!
heidi
5 augustus 2012 @ 13:46
Goededag, mooi verwoord, prachtige beschouwing en dan heb ik toch de vraag wat gaan we er echt aan doen? Want terwijl we mijmeren (en dit bedoel ik zeker niet beledigend) sluit het een na het andere instituut waarin de kennis, de visie, de ervaringen, onze gedeelde erfenis is opgeslagen en bereikbaar was. Ninsee (slavenverleden), Tropentheater (200 jaar geschiedenis, onderzoek etc) de multi culti theaters, festivals, productiehuizen, kennis labaratoria noem ze maar op. De economische crisis als stok om te slaan, terwijl opvalt dat het bepleitte samenwerken van instituten kennelijk alleen maar meer geld kost en niemand die daar zelfs nog iets over zegt. Veel oog is er voor de kansarmen, en dat is nodig, maar waarom is er geen oog (meer) voor de kansrijken? Waar zijn we bang voor? In het Nederland dat ik ken was er nooit veel voor over maar nu zelfs niet het beetje, want we zijn nog altijd zo geconditioneerd dat het een visie slechts naar Europees model kan zijn. Ook dit is achterhaald zoals het woord Urban dat is. Mijn kleine tegel kantoortje wordt de laatste tijd platgelopen door migranten-jongeren op zoek naar een platform waar ze hun werk, visie, hun verhaal kunnen brengen, waar er tenminte naar ze geluisterd wordt, naar hun echte en eigen unieke behoefte, totaal beeld van wie ze zijn en waar ze heen willen. We kunnen een hoop van hen leren denk ik dan, en ja met mijn beperkte maar gelukkig weldegelijke global network neem ik ze mee het land uit. Want hier…..nee gelooft niemand er meer in. De wereld om ons heen verandert snel, de Nederlandse kansrijken trekken ook die wereld in omdat dat nu eenmaal een mens eigen is als hij ergens niet meer kan ‘ ademen’ We kunnen het allemaal wegbezuinigen maar het is Nederland zelf die het uiteindelijk verliest. Want we verliezen onze kinderen die iets kunnen. En met alle respect, en sommige in het bestuur en als pleitbezorgers zijn zeker helden voor mij, helaas herken ik de moderne tijd, de huidige samenleving niet in de samenstelling ervan. Migranten willen in september niet eens meer naar de stembus gaan en dan zitten we weer met een …….opgescheept. De afgelopen 10 jaar is er geen kabinet geweest dat de 4 jaar heeft weten vol te maken dat weet een weldenkende bevolking dondersgoed. De onstuitbare globalisatie boezemt ons nu angst in, maar het is allang niet meer controleerbaar of zelfs te stoppen. Dus laten we het liever omarmen en ons verassen voor verandering. Zet ons niet buitenspel maar betrek ons in je besturen, bij de besluitvorming als pleitbezorgers maar misbruik ons niet langer voor eenzijdig gewin. Dat is reeds lang doorzien. Een Surinaamse groningse won al 2 gouden plakken bij de Olympische spelen, sowieso doen de vrouwen het daar heel goed in London. Zullen we de kansrijken en zij die mogelijk nieuw goud kunnen brengen gewoon eens de kans geven naar eigen idee en visie, verfrissend en inovatief misschien? Nederland heeft geen idee wat ze in huis hebben wordt tijd om echt kennis te maken. Mouwen opstropen en vuil durven worden zal ons verschoning brengen, een land waarin we willen en kunnen LEVEN. Een oprechte hartelijke groet, Heidi
Koos Bartels
19 juli 2012 @ 16:30
Prachtig stuk, mooi verwoord, dat is het land wat het beste in ieder naar boven brengt.
Maartje
2 juni 2012 @ 08:39
Er is eigenlijk maar een reactie mogelijk op dit stuk: “Ja! Ja! Ja! Driewerf Ja!”
Hans
26 mei 2012 @ 23:16
Ik zou het niet beter kunnen verwoorden. Jammer dat ik deze column niet kan ‘delen’ op facebook. Hans
Nicole
21 april 2012 @ 11:56
goedemiddag, zojuist je column gelezen. Kan het alleen maar van harte ondsteunen, het is uit mijn hart gegrepen. Als we (weer) in zo’n land zouden kunnen wonen, zou dat fantastisch zijn. Ik blijf er op hopen en er mijn kleine steentje aan bij probeer te dragen.
Groeten,
Nicole