manifest

 

De Nederlandse samenleving wordt sinds enkele decennia geconfronteerd met grote veranderingen die soms hoop maar soms ook onzekerheden inboezemen:  ontkerkelijking, nieuwe technologie, mondialisering en de val van de Berlijnse muur. Sinds 11 september 2001 en de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh is de Nederlandse samenleving in verwarring: het vertrouwen in zichzelf en in de ander wankelt. De gemeenschap die na de Tweede Wereldoorlog eensgezind, doortastend en  samen met nieuwkomers werkte aan de wederopbouw, verkeert in een vertrouwenscrisis. De Nederlandse directheid en openheid hebben plaatsgemaakt voor vertwijfeling en treurnis om het ‘verwaarloosde nationalisme’ en de ‘verloren identiteit’. De internationale waardering voor het unieke Hollandse model van tolerantie en overleg is omgeslagen in afkeurende verbazing over de snelle polarisatie en verharding in samenleving en in beleid. Nederland heeft daarmee zijn onschuld, respect en rol als gidsland verloren. Hoe kon het zover komen?

Nederland is de laatste tientallen jaren op allerlei manieren onderdeel geworden van de wereldgemeenschap. Dat is goed geweest voor onze welvaart. Op cultureel en politiek gebied is de Nederlandse invloed vaak sterker geweest dan je van zo’n klein land zou verwachten. Tegelijkertijd heeft het wereldtoneel zich ook steeds meer hierheen verplaatst, met alle voordelen, maar ook de nadelen en wrijvingen van dien. De komst van immigranten – mensen uit vroegere kolonies, gastarbeiders en vluchtelingen – wordt door sommigen als een verrijking, door anderen als een bedreiging gezien. Er zijn andere normen, waarden en religies meegebracht. Integratie van nieuwkomers kost tijd en moeite en vraagt inspanningen van weerskanten: van aangewaaide èn ingezaaide Nederlanders.

In de jaren tachtig heeft de Nederlandse overheid een minderhedenbeleid ontwikkeld om de integratie van nieuwe bevolkingsgroepen te bevorderen. Sindsdien is het huisvestingsprobleem grotendeels opgelost. Steeds meer immigranten doen mee in de politiek en in overheidsorganen. Velen kozen ervoor om Nederlands staatsburger te worden, mede dankzij de mogelijkheid van de dubbele nationaliteit. Op de arbeidsmarkt, waar de invloed van de overheid steeds kleiner is geworden, zijn de resultaten echter minder positief. En in het onderwijs ondervinden veel kinderen van migranten problemen door een achterstand in taal en leefomstandigheden. Desondanks zijn veel immigranten en hun nakomelingen succesvol gebleken in allerlei sectoren: toneel, literatuur, cabaret, sport, film, wetenschap, media, politiek, enzovoort.

Het diepgewortelde respect voor verschil heeft in Nederland geleid tot een systeem van tolerantie en vrijheid van godsdienst dat alle minderheden kansen gaf. Ook  immigranten – onder wie moslims en hindoes – hebben in die traditie religieuze voorzieningen van de grond kunnen krijgen. Dit minderhedenbeleid was uniek in Europa – zelfs in de wereld – omdat het werd gedragen door de landelijke overheid, gemeenten en provincies, maatschappelijke en politieke organisaties, immigrantenorganisaties, kerken en culturele organisaties. Het gaf Nederland een perspectief voor de toekomst: samen bouwen wij een nieuwe samenleving op. Ondanks de grote werkloosheid van de jaren tachtig hebben velen met grote inzet aan die nieuwe samenleving gewerkt, die gaandeweg ‘multicultureel’ werd genoemd. Dit betekent niet dat er geen problemen waren, maar die werden als oplosbaar gezien, op basis van inzet van twee kanten.

De laatste jaren heeft een heel andere kijk op de veranderingen in Nederland de overhand gekregen. Het integratiebeleid wordt mislukt verklaard, “een multicultureel drama”.

Er wordt geroepen dat Nederland zijn eigen nationale identiteit moet bewaken en nieuwkomers zich dienen aan te passen. Tolerantie wordt gezien als zwakte, diversiteit als een mogelijk gevaar. We mogen eisen stellen aan immigranten, sancties opleggen als hun integratie niet naar onze wens verloopt. Sinds de terreurdaden van een klein aantal extremisten dat zich op de islam beroept, richten we onze pijlen vooral op moslims. De samenleving wordt door populistische politici verdeeld in Wij en Zij.

De gebeurtenissen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten en de latere aanslagen in Madrid en Londen, hebben de aanhangers van deze denkwijze de wind in de zeilen gegeven. Evenals de moord op Pim Fortuyn en later die op Theo van Gogh. Het populisme speelt in op gevoelens van onzekerheid en onvrede bij een deel van de oorspronkelijke bevolking, met name in de achterstandswijken: vooral zij ondervinden de negatieve kanten van de snelle veranderingen in de samenleving. Als vijandigheid tegen immigranten – en met name moslims – gevoed wordt, staat dat duurzame oplossingen in de weg. Wantrouwen en angst zaaien verdeeldheid. Die polarisatie werkt door in de verhoudingen tussen jongeren: een deel van de autochtone jeugd wordt steeds openlijker in zijn afkeer van allochtonen, een deel van de allochtone jongeren sluit zich steeds meer af of zet zich af tegen de samenleving. Beide groeperingen staan met de rug naar elkaar toe. Als antwoord op de populistische stem is gekozen voor een beleid dat eerder is gericht op het tegenhouden van nieuwkomers dan op het maatschappelijk integreren van de al aanwezige immigranten. De maatregelen op het terrein van inburgering en de uitspraken op het godsdienstige vlak staan op gespannen voet met de Nederlandse grondwet en internationale verdragen. De toon van het kabinetsbeleid versterkt het ‘wij-zij-denken’ en vervreemdt de nieuwe burgers van bestuur en samenleving. Kortom: de ingeslagen weg werkt averechts. De Nederlandse politiek lijkt eerder gekozen te hebben voor een naar binnen gekeerd provincialisme dan voor een open en tolerante samenleving.

Eenheid in verscheidenheid

Zonder wederzijds vertrouwen is samenleven onmogelijk. Het is daarom van cruciaal belang dat overheid èn samenleving alles doen om het vertrouwen tussen de verschillende burgers van ons land te herstellen. Met als uitgangspunt: genuanceerd denken en zorgvuldig handelen op basis van een toekomstvisie en kennis van zaken. De eenheid van het land zal daarbij voorop staan – gelijke rechten en gelijke plichten voor alle toegelaten burgers. Zonder saamhorigheid raakt het evenwicht in de samenleving verstoord. Het beleid moet als ideaal uitdragen: Eén land, één samenleving!

Met respect voor verschillen in afkomst, achtergrond en culturele en religieuze oriëntaties zijn wij allemaal Nederlandse burgers. Wij spannen ons in om de democratische verworvenheden van Nederland te verdedigen en een welvarende, rechtvaardige, solidaire en open maatschappij op te bouwen. Dat is in ieders belang. De toekomst van Nederland, vreedzaam en vrij van conflicten, staat centraal.

Met de nieuwe burgers – al dan niet met een islamitische achtergrond – kan een gelijkwaardig, diepgaand gesprek gevoerd worden om tot een strategie te komen om dit ideaal te bereiken. De overheid moet dat in haar beleid bevorderen binnen het kader van de democratische rechtsstaat, de grondwet en de internationale verdragen. De culturele verscheidenheid van de bevolking dient erkend en gewaardeerd te worden (zolang die niet strijdig is met de beginselen van de rechtstaat).  Alle burgers zijn voor de wet gelijk. Zij hebben dezelfde grondrechten en worden beschermd tegen racisme, discriminatie en extremisme. Geweld, van wiens kant dan ook, moet in het belang van allen strafrechtelijk bestreden te worden. De scheiding tussen kerk en staat wordt door iedereen in acht genomen. Er dient een duidelijke scheiding gemaakt te worden tussen het integratie- en het vreemdelingenbeleid. Het vreemdelingenbeleid is bedoeld om de toelating tot Nederland te reguleren. Het integratiebeleid is erop gericht om degenen die zijn toegelaten zo snel mogelijk een zelfstandige en volwaardige plaats in de samenleving te geven. Naturalisatie kan daarbij behulpzaam zijn en mag dus niet bemoeilijkt te worden. Van cruciaal belang voor de participatie en integratie van de nieuwe burgers in de samenleving is hun positie in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Daar moet alle beleidsenergie op gericht worden. Om de eenheid en onderlinge solidariteit te versterken dienen vooral de problemen van de onderkant van de samenleving aangepakt te worden:, die van autochtonen én allochtonen. De internationale ervaringen leren dat een sociale tweedeling een bron is van etnische spanningen en conflicten. Het ontstaan van ghetto-achtige en verloederde buurten moet daarom met man en macht voorkomen worden. Voor de vergroeiing van de nieuwe burgers met de samenleving is een positief politiek en maatschappelijk klimaat vereist, dat hun binding met Nederland versterkt. Sport, kunst en cultuur kunnen daarbij behulpzaam zijn: op die terreinen worden ook mogelijke talenten binnen de nieuwe gemeenschappen gestimuleerd. Juist daar manifesteren zich steeds meer helden, voorbeelden en idolen, die een uitstraling op de hele Nederlandse bevolking hebben. Het verwezenlijken van dit ideaal vraagt niet alleen van de overheid, maar ook van alle (oude én nieuwe) burgers een omslag in het denken. De overheid zal moeten erkennen dat zowel de inhoud van het beleid als de toon ervan moet veranderen, van drang en dwang naar overtuigen, overleg en medeverantwoordelijkheid. De samenleving – met het bedrijfsleven voorop – zal zich moeten openstellen voor nieuwe medeburgers en met hen samenwerken. En de nieuwe burgers, van hun kant, zullen Nederland emotioneel als hun land moeten koesteren, een gevoelsverandering die niet kan ontstaan zonder vertrouwen. Iedereen zal dus over de eigen schutting heen moeten komen. Ter wille van een betere toekomst voor Nederland!

•  Copyright, 2012 eenlandeensamenleving.nl  •

 

Sinds de eerste presentatie in april 2006, ondertekenden ruim 7000 personen het manifest.

U kunt via het formulier hieronder uw handtekening plaatsen.  (De handtekeningenlijst wordt om privacyredenen niet getoond)

Als u ‘nieuwsbrief ontvangen’ aanvinkt , zullen wij u op de hoogte houden van onze activiteiten. Voor onze berichten kunt u uzelf ten allen tijde uitschrijven via een afmeldlink in het bericht zelf.

…………………………………………………………………………………………………………………………………..
Onderteken het manifest